Origineel
Keuchend, sich mit Trgheit schleppend
Nhert sich der rote Tod
Grinsend, seine Fulnis leckend
Lechzt er nach der Opfer Blut
Niemand kann ich kommen sehen
Juden, Christen, alle gleich.
Keiner wird ihm je entkommen
Alle holt er in sein Reich !
Schreiend und sich wrgend winden
Opfer ihren Tod nun finden
Der Rote sitz auf der Totenschar
Die Pocken morden wunderbar !
Ohne Gnade, schreiend lachend
Er sich seine Opfer greift
Niemand kann ihm je entkommen
Seine Forke totrot heit !
Denn nach dem Tode kommt kein Jenseits
Der Rote hlt die Seelen fest
Seine Brder nicht weniger blutig
Ihre Namen Fulnis und Pest !
Vertaling
Hijgend, meeslepend met luiheid
Rode dood nadert
Grijnzend, likte aan zijn trog
Hij hunkert naar bloed voor het slachtoffer
Niemand kan me zien aankomen
Joden, christenen, allemaal hetzelfde.
Niemand zal ooit aan hem ontsnappen
Hij brengt iedereen naar zijn rijk!
Schreeuwen en kronkelen
Slachtoffers vinden nu hun dood
De rode stoel op de menigte
De pokken zijn geweldig!
Zonder genade, lachend schreeuwend
Hij pakt zijn slachtoffer
Niemand kan hem ooit ontsnappen
Zijn vork is bloedrood!
Omdat er na de dood geen hierna volgt
Het rood houdt de zielen vast
Zijn broers zijn niet minder bloederig
Uw namen Fulnis en Pest!