Origineel
Du hast mich einst gefragt
was ich für’s bess’re Leben hielt
das von ‘nem Kettenhund
oder das von dem
der bettelt
streunt und stiehlt; mit allen Konsequenzen
Narben
Tritten
Einsamkeit und so
im Vergleich mit dem von dem
der zwar nie hungert
doch der niemals froh.
Ich laufe hier um in Brindisi
mein Flugzeug geht erst kurz nach vier
sehe mich im Schaufenster gespiegelt
und ich sehe hart aus
denk’ ich mir
mit Sonnenbrille und unrasiert und – logisch – braun nach den zwei
Monaten
doch innendrin zittere ich
habe einen Kloß im hals
weil das hier ist ungewohnt.
Merkwürd’ger Zustand ist das
doch wie oft hab’ ich ihn mir
gewünscht
wie oft mich insgeheim gestreubt
die tausend Klözz’ am Bein
verwünscht?
Könnt’ ich bloß heulen
richtig kitschig
doch auch das hab’ ich
verlernt.
Was ist passiert
wie weit bin ich von Start und Ziel entfernt?
Ich habe keinen Hunger
doch ich esse – egal was – als Alibi
damit ich trinken darf und frage mich: Junge
was tut dir
eigentlich weh?
Hast du dich irgendwo verfranst
hast du dich irgendwo vertan?
So
wie du dastehst
sollt man meinen: dem kann’s doch nur blendend
gehn!
Ich bin allein
endlich – doch was soll das denn jetzt?
Ich bin allein – endlich allein!
Ich bin allein
endlich – doch was soll das denn jetzt?
Ich bin allein – endlich allein!
Da war das Bastard-Rudel in Piräus
Samstagmorgen um acht
die haben’s geschnallt
die armen Säue
hast du leis’ wie nebenbei gesagt.
Und ich dachte an damals
als wir noch die
die keine Übermacht
besiegt
als jede Berührung noch’n Stromstoß
jeder Blick bengalisches Licht.
Wenn’s auch einen Augenblick nur war
etwas davon ist noch immer da
genug den Alptraum nicht zu leben
in dem ich mich nicht mehr wage
die Power loszulassen
die du mir selbst jetzt noch reichlich gibst
in dem eine Macht regiert
die’s schafft
daß man das Wichtigste
vergißt.
Ich bin allein
endlich – doch was soll denn das jetzt?…
Vertaling
Je hebt het me een keer gevraagd
wat ik dacht was een beter leven
die van een kettinghond
of dat van dat
wie smeekt
zwerft en steelt; met alle gevolgen van dien
litteken
trap
Eenzaamheid en zo
vergeleken met die van dat
die nooit verhongert
maar hij is nooit gelukkig.
Ik loop hier rond in Brindisi
mijn vliegtuig vertrekt kort na vier uur
zie me weerspiegeld in de etalage
en ik zie er stoer uit
Ik denk het wel
met zonnebril en ongeschoren en – logischerwijs – bruin na de twee
Maanden
maar van binnen huiver ik
Ik heb een brok in mijn keel
omdat dit ongebruikelijk is.
Het is een vreemde toestand
maar hoe vaak heb ik het
gezocht
hoe vaak ik in het geheim verspreidde
de duizend Klözz ‘op het been
vervloekt?
Ik kon alleen maar huilen
echt kaasachtig
maar dat heb ik ook
vergeten.
Wat is er gebeurd
hoe ver ben ik van start en finish?
ik heb geen honger
maar ik eet – wat er ook gebeurt – als een alibi
zodat ik kan drinken en me af kan vragen: jongen
wat doet u
eigenlijk gekwetst?
Je bent ergens verdwaald
heb je ergens een fout gemaakt?
Zo
hoe je daar staat
je zou moeten denken: het kan het alleen briljant
Gaan!
ik ben alleen
eindelijk – maar waar gaat dat nu over?
Ik ben alleen – eindelijk alleen!
ik ben alleen
eindelijk – maar waar gaat dat nu over?
Ik ben alleen – eindelijk alleen!
Er was de klootzak in Piraeus
Zaterdagochtend om acht uur
ze hebben het vastgebonden
de arme varkens
heb je het trouwens rustig gezegd.
En ik dacht aan die tijd
toen we nog de
die niet superieur zijn
verslagen
dan een vleugje elektriciteit
elke look Bengaals licht.
Al was het maar voor even
een deel ervan is er nog steeds
genoeg om de nachtmerrie niet te beleven
waarin ik niet meer durf
om de kracht los te laten
dat je me nu nog steeds overvloedig geeft
waarin macht heerst
dat doet het
dat het belangrijkste
vergeet.
ik ben alleen
eindelijk – maar wat heeft het nu voor zin? …