Origineel
Agora eu sei quanto eu cresci. Já acredito no meu caminho. Se até agora eu tô vivo. É que deve ser verdade. Vejo a cidade da minha janela. Debruçado nos meus erros. Extravagantes e comuns. Me guio sem razão. À casa de um homem. Ao coração de uma mulher. Mas meu coração não é ficção. Agora eu sei, nem contramão. Agora eu sei. Que eu cresci. Junto com os meus pecados. E aprendi como eles são engraçados. Eu já vivi de tudo um pouco. Mas tô esperando um truque novo. Que me largue caindo. Do alto de um abismo. O tempo vai dizer. Se o que espero me interessa. Se eu levo a vida. Ou se é ela que me leva
Vertaling
Nu weet ik hoeveel ik gegroeid ben. Ik geloof al in mijn pad. Als ik zelfs nu nog leef. É que deve ser verdade. Ik zie de stad vanuit mijn raam Kijkend naar mijn fouten Extravagant en gewoon. Ik leid mezelf zonder reden. Naar het huis van een man. Op het hart van een vrouw. Maar mijn hart is geen fictie. Nu weet ik het, noch het tegendeel. Nu weet ik het. Dat ik gegroeid ben Samen met mijn zonden En ik heb geleerd hoe grappig ze zijn. Ik heb een beetje van alles geleefd. Maar ik wacht op een nieuwe truc Dat zal me laten vallen Vanaf de top van een afgrond. De tijd zal het leren. Als datgene waar ik op wacht me interesseert Als ik het leven neem. Of als het het leven is dat me neemt