Origineel
1. D’un bout à l’autre de la s’maine
Sur les boul’vards, dans les faubourgs,
On les voit traîner par centaine,
Leurs guêtres sal’s et leurs amours
Dans des chemises de dix jours,
Sous la lumièr’ des réverbères
Prenant des airs de Pompadour,
Ce sont nos belles Ferronnières ;
Ce sont nos poupé’s, nos guignols, nos pantins,
Ecoutez dans la nuit ell’s chantent ce refrain :
R : C’est nous les mômes,
Les môm’s de la cloche,
Clochard’s qui s’en vont
Sans un rond en poche,
C’est nous les paumées,
Les puré’s d’paumées,
Qui sommes aimées
Un soir n’importe où
Nous avons pourtant
L’c?ur pas exigeant,
Mais personn’n’en veut,
Ben tant pis pour eux,
Quéqu’ça fout,
On s’en fout,
Nul ne s’y accroche
Il n’y’a pas d’amour
Et l’on s’ra toujours
Les môm’s de la cloche
2. Mais comme ell’s n’ont pas les toilettes
Qu’il faut pour les quartiers rupins,
C’n’est pas aux gal’ries La fayette
Qu’ell’s vont fair’ chaqu’ soir leur turbin :
Le long du Canal Saint-Martin,
Au Sébasto, à la Chapelle,
On est toujours assez grandin
Pour le Monsieur qui vous appelle,
C’est d’larticl’ populair’ c’n’est pas du beau joujou,
Y’a ps d’poupée en soie aux bazars à trent’sous
R : C’est nous les mômes,
Les môm’s de la cloche,
Clochard’s qui s’en vont
Sans un rond en poche,
C’est nous les paumées,
Les puré’s d’paumé’es,
Qui sommes aimées
Un soir n’importe où
Tout comm’ nos ribouis
On n’est pas verni’s,
Jamais l’on ira
Sur la Riviera
Quéqu’ça fout,
On s’en fout,
Quand l’agent nous fauche,
On va fair’ quatr’ jours
LÃ -bas dans la tour,
Les môm’s de la cloche
3. Ell’s ont vendu tout’s leurs carresses
Ell’s fur’nt payé’s tant bien que mal,
Mais un jour plus rien dans la caisse,
Ell’s vont se fich’ dans le canal.
Et sans avoir comme un cheval
La pitié des gens de la rue
On les emporte à l’hôpital ;
La foule dit : ce n’est qu’un’ grue,
Et voilà comment les poupé’s, les pantins,
Lorsqu’ell’s n’ont plus le sou s’en vont tout’s à Pantin.
R : C’est nous les mômes,
Les môm’s de la cloche,
Clochard’s qui s’en vont
Sans ami, sans proche,
C’est nous les paumées,
Les puré’s d’paumées,
Qui s’en vont dormir
Dans l’horrible trou
Derrièr’ not’ convoi
Jamais l’on ne voit
Ni fleur, ni couronne,
Mêm’ pas un’ personne
Quéqu’ça fout,
On s’en fout,
Quand la mort nous fauche,
C’est not’ plus beau jour,
Cloches sonnez pour
Les môm’s de la cloche
Vertaling
1. D’un bout à l’autre de la s’maine
Op straat, in de buitenwijken,
Je ziet ze rondhangen met honderden,
Hun vuile waren en hun liefdes
In hemden van tien dagen oud,
Onder het licht van de straatlantaarns
De schone schijn van Pompadour aannemen,
Dit zijn onze mooie Ferronnières;
Het zijn onze poppen, onze marionetten, onze marionetten,
Luister in de nacht als ze dit refrein zingen:
A: Wij zijn de moeders,
Wij zijn de moeders van de klok,
Zwervers die weggaan
Zonder een cent in hun zakken,
Wij zijn degenen die de weg kwijt zijn,
Ik laat je niet in de steek,
Ik laat je niet in de steek.
Een nacht overal
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik moet doen,
Maar niemand wil het,
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen,
Kan me niet schelen,
Het kan ons niet schelen,
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
2. Ik weet niet wat ik moet doen, ik weet niet wat ik moet doen, ik weet niet wat ik moet doen
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen,
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik moet doen, maar ik weet zeker dat het een goed idee is om het te doen:
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen,
Au Sébasto, à la Chapelle,
Ik weet niet wat ik eraan moet doen, ik weet niet wat ik eraan moet doen
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik moet doen, ik weet niet wat ik moet doen, ik weet niet wat ik moet doen
Y’a ps d’poupée en soie aux bazars à trent’sous
A: Wij zijn de moeders,
Ik ben degene die degene gaat zijn die degene gaat zijn die degene gaat zijn die degene gaat zijn,
Ik laat je niet in de steek.
Ik laat je niet in de steek,
Wij zijn degenen die de weg kwijt zijn,
Ik laat je niet in de steek,
die geliefd zijn
Ik weet niet zeker waar je heen wilt.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik moet doen,
Ik laat je niet in de steek.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik moet doen,
Kan me niet schelen,
Ik weet niet wat ik moet doen,
Ik ga degene zijn die degene is die degene is die degene is die degene is die degene is die degene is
LÃ -bas dans la tour,
Ik ga degene zijn die degene is die degene is die degene is die degene is die degene is die degene is
3. Ik heb er middenin gezeten, ik heb er middenin gezeten
Ik weet niet zeker wat ik er aan ga doen.
Maar op een dag zit er geen geld meer in de kassa,
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen.
En zonder als een paard te zijn
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen.
On les emporte à l’hôpital ;
De menigte zegt: het is maar een kraan,
Et voilà comment les poupé’s, les pantins,
Lorsqu’ell’s n’ont plus le sou s’en vont tout’s à Pantin.
A: Wij zijn de moeders,
De moeders van de bel,
Ik weet niet zeker of ik gelijk heb of niet.
Zonder een vriend, zonder een geliefde,
Wij zijn degenen die verloren zijn,
Ik laat je niet in de steek,
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.
Ik weet niet wat ik moet doen.
Ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen,
Ik laat je niet in de steek.
Wat de fuck,
Het kan ons niet schelen,
Als de dood ons oogst,
Het is onze beste dag,
Ik moet je een paar toontjes lager laten zingen.
Ik weet niet wat ik er aan moet doen.