Origineel
I’ve been over Snowdon, I’ve slept upon Crowdon
I’ve camped by the Waynestones as well
I’ve sunbathed on Kinder, been burned to a cinder
And many more things I can tell
My rucksack has oft been me pillow
The heather has oft been me bed
And sooner than part from the mountains
I think I would rather be dead
Ch: I’m a rambler, I’m a rambler from Manchester way
I get all me pleasure the hard moorland way
I may be a wageslave on Monday
But I am a free man on Sunday
The day was just ending and I was descending
Down Grinesbrook just by Upper Tor
When a voice cried “Hey you” in the way keepers do
He’d the worst face that ever I saw
The things that he said were unpleasant
In the teeth of his fury I said
“Sooner than part from the mountains
I think I would rather be dead”
He called me a louse and said “Think of the grouse”
Well i thought, but I still couldn’t see
Why all Kinder Scout and the moors roundabout
Couldn’t take both the poor grouse and me
He said “All this land is my master’s”
At that I stood shaking my head
No man has the right to own mountains
Any more than the deep ocean bed
I once loved a maid, a spot welder by trade
She was fair as the Rowan in bloom
And the bloom of her eye watched the blue Moreland sky
I wooed her from April to June
On the day that we should have been married
I went for a ramble instead
For sooner than part from the mountains
I think I would rather be dead
So I’ll walk where I will over mountain and hill
And I’ll lie where the bracken is deep
I belong to the mountains, the clear running fountains
Where the grey rocks lie ragged and steep
I’ve seen the white hare in the gullys
And the curlew fly high overhead
And sooner than part from the mountains
I think I would rather be dead.
Vertaling
Ik ben over Snowdon geweest, ik heb op Crowdon geslapen
Ik heb ook gekampeerd bij de Waynestones
Ik heb gezonnebaad op Kinder, ben verbrand tot een sintel
En nog veel meer dingen die ik kan vertellen
Mijn rugzak is vaak mijn kussen geweest
De heide is vaak mijn bed geweest
En eerder dan de bergen te verlaten
denk ik dat ik liever dood ben
Ik ben een zwerver, ik ben een zwerver uit Manchester
Ik krijg al mijn plezier op de harde heide manier
Ik mag dan een loonslaaf zijn op maandag
maar op zondag ben ik een vrij man
De dag was net voorbij en ik daalde af
langs Grinesbrook, bij Upper Tor
toen een stem “Hé jij” riep, zoals hoeders dat doen.
Hij had het slechtste gezicht dat ik ooit gezien had.
De dingen die hij zei waren onaangenaam
In de tanden van zijn woede zei ik
“Liever dan de bergen te verlaten
Ik denk dat ik liever dood ben.
Hij noemde me een luis en zei: “Denk aan het korhoen.”
Nou ik dacht na, maar ik kon nog steeds niet zien
waarom heel Kinder Scout en de heide om de hoek
niet zowel de arme korhoen als mij konden nemen.
Hij zei: “Al dit land is van mijn meester.”
En toen stond ik mijn hoofd te schudden
Geen mens heeft het recht om bergen te bezitten
Net zo min als de diepe oceaanbodem
Ik hield eens van een dienstmeisje, een puntlasser van beroep
Ze was zo mooi als de lijsterbes in bloei
En de bloei van haar ogen keek naar de blauwe Moreland hemel
Ik maakte haar het hof van april tot juni
On the day that we should have been married
ging ik in plaats daarvan een wandeling maken
Want eerder dan afscheid te nemen van de bergen
denk ik dat ik liever dood ben
Dus loop ik waar ik wil over berg en heuvel
En ik zal liggen waar de varens diep zijn
Ik hoor bij de bergen, de heldere stromende fonteinen
Waar de grijze rotsen grillig en steil liggen
Ik heb de witte haas gezien in de geulen
En de wulp hoog in de lucht
En eerder dan te scheiden van de bergen
denk ik dat ik liever dood ben.