Origineel
She went off to the city
To find what she was looking for
To identify, to really try
To find herself some hope
With the summer sun for laughing
And the winter rain did pour
She was lovelier from learning
And from living, loving more
From her dancing love and young soul
And the gypsies in her dream
To the pulse of stark acceptance
When the winds began to freeze
With no curfews left to hold her
And no walls to shield her pain
Finding out that facts were older
And that life forms are insane.
The presence of protection seemed
To fade, as did her doubt
That she now was no exception
Nor was the love who pushed her out
Though the streets cried out,
Go, homesick
Virtues strength of mind would ring
In the maladies of meaning
The sad song she learned to sing.
Now, her teachers and philosophers
And the poet’s silver throat
Are the vessels which on wisdom’s karmic ocean she will float.
Was this her revolution,
Just a child in love’s crusade,
With the question in her innocence
Through the lies her eyes betrayed?
Vertaling
Ze ging naar de stad
Om te vinden waar ze naar op zoek was.
Om zich te identificeren, om echt te proberen
Om hoop te vinden
Met de zomerzon om te lachen
En de winterregen viel
Ze was mooier door het leren
En van het leven, meer lief te hebben
Van haar dansende liefde en jonge ziel
En de zigeuners in haar droom
Tot de hartslag van grimmige aanvaarding
Toen de wind begon te vriezen
Met geen avondklok meer om haar vast te houden
En geen muren om haar pijn af te schermen
Toen ze ontdekte dat feiten ouder waren
En dat levensvormen krankzinnig zijn.
De aanwezigheid van bescherming leek
te vervagen, net als haar twijfel
Dat zij nu geen uitzondering was
Noch was de liefde die haar naar buiten duwde
Hoewel de straten riepen,
Ga, heimwee
De kracht van de geest zou weerklinken
In de kwalen van de betekenis
Het droevige lied dat ze leerde zingen.
Nu, haar leraren en filosofen
En de zilveren keel van de dichter
Zijn de schepen die zij zal laten drijven op de karmische oceaan van wijsheid.
Was dit haar revolutie,
Gewoon een kind in de kruistocht van de liefde,
Met de vraag in haar onschuld
Door de leugens die haar ogen verraadden?