Origineel
Nine in the morning, the man drops his kids off at school
And he’s thinking of?you,?like all of?us do
Sends his assistant for coffee?in the afternoon
Around 1:32, like he knows what to do
[Chorus]
She (She), she lives in daydreams with me (She)
She’s the first one that I see, and I don’t know why
I don’t know who she is (She, she)
[Verse 2]
He takes a boat out, imagines just sailing away (Away, away)
And not telling his mates (Not telling his mates)
He wouldn’t know what to say (Wouldn’t know what to say, to say)
[Chorus]
She (She), she lives in daydreams with me (She)
She’s the first one that I see, and I don’t know why
I don’t know who she is (She)
She (She), she’s the first one that I see (She)
She lives in daydreams with me, and I don’t know why
I don’t know where she is (She, she)
[Bridge]
Lives for the memory
A woman who’s just in his head (Just in his head)
And she sleeps in his bed (His bed)
While he plays pretend (Pretend)
So pretend (Pretend)
[Chorus]
She (She), she lives in daydreams with me (She)
She’s the first one that I see, and I don’t know why
I don’t know who she is (She, she)
She (She), she’s the first one that I see (She)
She lives in daydreams with me, and I don’t know why
I don’t know where she is (She, she)
Vertaling
Negen in de ochtend zet de man zijn kinderen af op school
En hij denkt aan jou, zoals wij allemaal doen
Stuurt zijn assistent ’s middags voor koffie
Rond 1:32, alsof hij weet wat te doen
[Refrein]
Zij (zij), zij leeft in dagdromen met mij (zij)
Zij is de eerste die ik zie en ik weet niet waarom
Ik weet niet wie zij is (zij, zij)
[Verse 2]
Hij neemt een boot, stelt zich voor dat hij gewoon wegzeilt (weg, weg)
En het niet aan zijn vrienden vertellen (Niet aan zijn vrienden vertellen)
Hij zou niet weten wat te zeggen (zou niet weten wat te zeggen, te zeggen)
[Refrein]
Zij (zij), zij leeft in dagdromen met mij (zij)
Zij is de eerste die ik zie en ik weet niet waarom
Ik weet niet wie zij is (zij)
Zij (zij), zij is de eerste die ik zie (zij)
Ze leeft in dagdromen met mij mee en ik weet niet waarom
Ik weet niet waar ze is (zij, zij)
[Brug]
Leeft voor de herinnering
Een vrouw die gewoon in zijn hoofd zit (gewoon in zijn hoofd)
En ze slaapt in zijn bed (zijn bed)
Terwijl hij doet alsof (Doe alsof)
Dus doe alsof (doe alsof)
[Refrein]
Zij (zij), zij leeft in dagdromen met mij (zij)
Zij is de eerste die ik zie en ik weet niet waarom
Ik weet niet wie zij is (zij, zij)
Zij (zij), zij is de eerste die ik zie (zij)
Ze leeft in dagdromen met mij mee en ik weet niet waarom
Ik weet niet waar ze is (zij, zij)