Origineel
Ouvindo o vento a caminhar sobre o telhado. Ando no quarto apalpando objetos. Contorno móveis testemunhas de um passado. Que foi tão lindo e tão cheio de afeto. E a cidade pela noite agasalhada. Dorme em silêncio embrulhada em seu clarão. Meu desespero aumenta pela madrugada. A noite tampa o olho e abre o coração. Um cheiro forte exala do cinzeiro cheio. Igual um tonto eu ando em meio da fumaça. Que lentamente encaracola pelo meio. Da claridade que é filtrada lá da praça. Saio de casa de carona com a saudade. Que mais aumenta a esperança e a ilusão. De encontrar em algum ponto da cidade. Alguém que abrigue o meu pobre coração. Mas é inútil a minha louca procura. Se a noite escura. Não tampa a grande verdade. Perdi pra sempre o grande amor da minha vida. Por isso eu ando. De carona com a saudade
Vertaling
Luisterend naar de wind die over het dak waait. Ik loop door de kamer en tast naar voorwerpen. Ik schets meubelgetuigen van een verleden. Die zo mooi was en zo vol van genegenheid. En de stad ’s nachts gehuld in warmte. Slaapt in stilte gewikkeld in zijn schittering. Mijn wanhoop neemt toe met de dageraad. De nacht sluit het oog en opent het hart. Een sterke geur ademt uit de volle asbak. Als een dwaas loop ik door de rook. Dat langzaam door het midden krult. van de helderheid die uit het vierkant is gefilterd. Ik verlaat mijn huis liftend van verlangen. Dat verhoogt de hoop en illusie nog meer. Om iets in de stad te vinden. Iemand om mijn arme hart te beschermen. Maar mijn gekke zoektocht is nutteloos. Als de donkere nacht Het dekt de grote waarheid niet Ik verloor voor altijd de grote liefde van mijn leven. Dat is waarom ik loop Een ritje maken met verlangen