Origineel
Es la hora agonizante
de un crepúsculo violeta,
va marchando la carreta
por el camino adelante.
Cruza un pájaro agorero
sobre los campos silentes,
y una canción entre dientes
va entonando el carretero. Sobre nidales de esparto
se ponen las aves presas,
relucen como turquesas
los ojos de los lagartos…
Y en la hora agonizante,
tras la carreta una moza
marcha mientras que solloza
por el camino adelante: ¡Déjame subir al carro… carretero!
¡Déjame subir al carro… que me muero!… Mira que voy muy cansada,
que hace mucho que camino,
mira que marcho sin tino
desde que fue la alborada,
he recorrido senderos…
he echado por el atajo,
monte arriba… monte abajo,
sin pedir a los cabreros
un descanso en los apriscos… Sin implorar con mis quejas
la leche de sus ovejas,
hiriéndome entre los riscos,
bebiendo en las cristalinas
aguas de los manantiales…
Me han clavado los zarzales,
sus espinas… sus espinas. ~ Carretero, oye mis quejas…
caigo en tierra y me levanto,
pronto no podré hacer tanto
si en el camino me dejas. Carretero de Avilés…
me han herido los zarzales,
los mastines y riscales,
llevo sangrando los pies,
toda manchada de barro…
de mis fuerzas nada espero: ¡Déjame subir al carro,
carretero… que me muero!… Cae la moza sollozante
y otra vez vuelve a caer,
comienza el cielo a llover
mientras la noche adelanta.
La moza gime y se inquieta,
el carretero no escucha
porque ella entre el barro lucha
y está lejos la carreta. Cae la moza sollozante
sin poderse levantar,
va el carro en su caminar
por el camino adelante
y la moza en el sendero
llora caída en el barro: ¡Déjame subir al carro… carretero!
¡Déjame subir al carro… que me muero!…
Vertaling
Het is het stervende uur
van een violette schemering,
de kar marcheert
verderop.
Steek een doom bird over
over de stille velden,
en een lied tussen de tanden
de voerman zingt. Over esparto nestkasten
de prooi van vogels,
ze schijnen als turkoois
hagedissen ogen …
En in het stervende uur,
achter de wagen een meid
marcheer terwijl je snikt
verderop: Laat me in de auto stappen … kar!
Laat me in de auto stappen … Ik ga dood! … Kijk, ik ben erg moe,
Ik loop al heel lang,
Kijk, ik marcheer doelloos
sinds het ochtend was,
Ik heb paden afgelegd …
Ik heb de snelkoppeling weggegooid,
de berg op … de berg af,
zonder de geitenherders te vragen
uitrusten in de schaapskooien … zonder mijn klachten te smeken
de melk van zijn schapen,
verwondt me tussen de kliffen,
drinken in het kristallijne
bronwater …
De bramen hebben me genageld,
hun doornen … hun doornen. ~ Carter, hoor mijn klachten …
Ik val op de grond en sta op,
binnenkort kan ik niet zoveel meer doen
als je me onderweg laat. Carretero de Avilés …
de bramen hebben me pijn gedaan,
mastiffs en riscales,
Ik heb bloedende voeten,
allemaal bevlekt met modder …
Ik verwacht niets van mijn kracht: laat me in de auto stappen,
Carter … Ik ga dood! … De huilende meid valt
en opnieuw valt het weer,
de lucht begint te regenen
Naarmate de nacht vordert
Het meisje kreunt en maakt zich zorgen,
de voerman luistert niet
omdat ze vecht in de modder
en de wagen is ver weg. De huilende meid valt
zonder op te staan,
de auto rijdt door
verderop
en de meid op het pad
kreten vallen in de modder: Laat me in de auto stappen … voerman!
Laat me in de auto stappen … Ik ga dood! …