Origineel
The Story Of The Hare Who Lost His Spectacles
This is the story of the hare who lost his spectacles
Owl loved to rest quietly whilst no one was watching
Sitting on a fence one day, he was surprised when suddenly a kangaroo ran close by
Now this may not seem strange, but when Owl overheard Kangaroo whisper to no one in particular
“The hare has lost his spectacles,” well, he began to wonder
Presently, the moon appeared from behind a cloud and there, lying on the grass was hare
In the stream that flowed by the grass a newt
And sitting astride a twig of a bush a bee
Ostensibly motionless, the hare was trembling with excitement
For without his spectacles he appeared completely helpless
Where were his spectacles? Could someone have stolen them?
Had he mislaid them? What was he to do?
Bee wanted to help, and thinking he had the answer began:
“You probably ate them thinking they were a carrot.”
“No!” interrupted Owl, who was wise
“I have good eye-sight, insight, and foresight
How could an intelligent hare make such a silly mistake?”
But all this time, Owl had been sitting on the fence, scowling!
A Kangaroo were hopping mad at this sort of talk
She thought herself far superior in intelligence to the others
She was their leader, their guru. She had the answer:
“Hare, you must go in search of the optician.”
But then she realized that Hare was completely helpless without his spectacles
And so, Kangaroo loudly proclaimed, “I can’t send Hare in search of anything!”
“You can guru, you can!” shouted Newt
“You can send him with Owl.”
But Owl had gone to sleep
Newt knew too much to be stopped by so small a problem
“You can take him in your pouch.”
But alas, Hare was much too big to fit into Kangaroo’s pouch
All this time, it had been quite plain to hare that the others knew nothing about spectacles
As for all their tempting ideas, well Hare didn’t care
The lost spectacles were his own affair
And after all, Hare did have a spare a-pair
A-pair
Forest Dance No.2
Instrumental part
The Foot Of Our Stairs
We sleep by the ever-bright hole in the door
Eat in the corner, talk to the floor
Cheating the spiders who come to say “Please”, (politely)
They bend at the knees
Well, I’ll go to the foot of our stairs
Old gentlemen talk of when they were young
Of ladies lost, of erring sons
Lace-covered dandies revel (with friends)
Pure as the truth, tied at both ends
Well I’ll go to the foot of our stairs
Scented cathedral spire pointed down
We pray for souls in Kentish Town
A delicate hush
The gods, floating by
Wishing us well
Pie in the sky
God of Ages, Lord of Time
Mine is the right, right to be wrong
Well I’ll go to the foot of our stairs
Jack rabbit mister spawn a new breed of love-hungry pilgrims (no bodies to feed)
Show me a good man and I’ll show you the door
The last hymn is sung and the devil cries “More.”
Well, I’m all for leaving and that being done
I’ve put in a request to take up my turn
In that forsaken paradise that calls itself “Hell”
Where no-one has nothing and nothing is- well -meaning fool
Pick up thy bed and rise up from your gloom smiling
Give me your hate and do as the loving heathen do
Overseer Overture
Colours I’ve none dark or light, red, white or blue
Cold is my touch (freezing)
Summoned by name – I am the overseer over you
Given this command to watch o’er our miserable sphere
Fallen from grace, called on to bring sun or rain
Occasional corn from my oversight grew
Fell with mine angels from a far better place
Offering services for the saving of face
Now you’re here, you may as well admire
All whom living has retired from the benign reconciliation
Legends were born surrounding mysterious lights
Seen in the sky (flashing)
I just lit a fag then took my leave in the blink of an eye
Passionate play join round the maypole in dance
(primitive rite) (wrongly)
Summoned by name – I am the overseer over you
Flight From Lucifer
Flee the icy Lucifer
Oh he’s an awful fellow!
What a mistake!
I didn’t take a feather from his pillow
Here’s the everlasting rub: neither am I good nor bad
I’d give up my halo for a horn and the horn for the hat I once had
I’m only breathing
There’s life on my ceiling
The flies there are sleeping quietly
Twist my right arm in the dark. I would give two or three for
One of those days that never made impressions on the old score
I would gladly be a dog barking up the wrong tree
Everyone’s saved we’re in the grave
See you there for afternoon tea
Time for awaking the tea lady’s making
A brew-up and baking new bread
Pick me up at half past none
There’s not a moment to lose
There is the train on which I came
On the platform are my old shoes
Station master rings his bell
Whistles blow and flags wave
A little of what you fancy does you good (Or so it should)
I thank everybody for making me welcome
I’d stay but my wings have just dropped off
10.08 To Paddington=
Instrumental part
Magus Perdé
Hail! Son of kings make the ever-dying sign
Cross your fingers in the sky
For those about to BE
There am I waiting along the sand
Cast your sweet spell upon the land and sea
Magus Perdé, take your hand from off the chain
Loose a wish to still, the rain, the storm about to BE
Here am I (voyager into life)
Tough are the soles that tread the knife’s edge
Break the circle, stretch the line, call upon the devil
Bring the gods, the gods’ own fire
In the conflict revel
The passengers upon the ferry crossing, waiting to be born
Renew the pledge of life’s long song rise to the reveille horn
Animals queuing at the gate that stands upon the shore
Breathe the ever-burning fire that guards the ever-door
Man – son of man – buy the flame of ever-life
(Yours to breathe and breath the pain of living): living BE!
Here am I! Roll the stone away
From the dark into ever-day
Epilogue
There was a rush along the Fulham Road
Into the Ever-passion Play
Vertaling
Het verhaal van de haas die zijn bril verloor
Dit is het verhaal van de haas die zijn bril verloor
De uil hield ervan om rustig te rusten terwijl niemand keek
Op een dag zat hij op een hek en was verrast toen er plotseling een kangoeroe voorbij rende
Dat lijkt misschien niet zo vreemd, maar toen Uil de kangoeroe tegen niemand in het bijzonder hoorde fluisteren
“De haas is zijn bril kwijt,” wel, hij begon zich af te vragen.
Plotseling verscheen de maan van achter een wolk en daar, liggend op het gras, lag de haas
In de beek die langs het gras stroomde, een watersalamander.
En zittend op een takje van een struik een bij
Ogenschijnlijk onbeweeglijk, beefde de haas van opwinding
Want zonder zijn bril leek hij volkomen hulpeloos
Waar was zijn bril? Zou iemand hem gestolen hebben?
Had hij hem verloren? Wat moest hij doen?
Bee wilde helpen, en dacht dat hij het antwoord had:
“Je hebt hem waarschijnlijk opgegeten in de veronderstelling dat het een wortel was.”
“Nee!” onderbrak Uil, die verstandig was
“Ik heb een goed gezichtsvermogen, inzicht en een vooruitziende blik
Hoe kan een intelligente haas zo’n domme fout maken?”
Maar al die tijd zat Uil op het hek te mopperen.
Een kangoeroe zou gek worden van dit soort praat.
Ze dacht dat ze veel intelligenter was dan de anderen.
Zij was hun leider, hun goeroe. Zij had het antwoord:
“Haas, je moet op zoek gaan naar de opticien.”
Maar toen realiseerde zij zich dat Haas volkomen hulpeloos was zonder zijn bril
En dus verkondigde Kangoeroe luid: “Ik kan Haas niet op zoek sturen naar iets!”
“Dat kan je wel goeroe, dat kan je wel!” riep Newt
“Je kunt hem met Uil meesturen.”
Maar Uil was gaan slapen
Newt wist te veel om zich door zo’n klein probleem te laten tegenhouden
“Je kan hem meenemen in je buidel.”
Maar helaas, Haas was veel te groot om in Kangoeroe’s buidel te passen.
Al die tijd was het Haas duidelijk geweest dat de anderen niets van brillen wisten.
En al hun verleidelijke ideeën, nou dat kon Haas niets schelen
De verloren bril was zijn eigen zaak
En tenslotte, had Haas een reserve paar
A-pair
Bosdans nr.2
Instrumentaal deel
De voet van onze trap
We slapen bij het altijd heldere gat in de deur
Eten in de hoek, praten tegen de vloer
Bedriegen de spinnen die “Alsjeblieft” komen zeggen, (beleefd)
Ze buigen door de knieën
Nou, ik ga naar de voet van onze trap
Oude heren praten over toen ze jong waren
Van verloren dames, van dwalende zonen
Met kant bedekte dandy’s zwelgen (met vrienden)
Zuiver als de waarheid, gebonden aan beide uiteinden
Wel, ik ga naar de voet van onze trap
Geurende kathedraal spits naar beneden
We bidden voor zielen in Kentish Town
A delicate hush
The gods, floating by
Wensen ons het beste
Taart in de lucht
God der Ages, Lord of Time
Het mijne is het recht, het recht om fout te zijn
Nou ga ik naar de voet van onze trap
Jack rabbit mister spawn een nieuw ras van liefde-hongerige pelgrims (geen lichamen te voeden)
Toon me een goede man en ik toon je de deur
De laatste lofzang wordt gezongen en de duivel schreeuwt “Meer.”
Nou, ik ben helemaal voor vertrekken en dat gedaan zijnde
Ik heb een verzoek ingediend om mijn beurt op te nemen
in dat verlaten paradijs dat zichzelf “Hel” noemt
Waar niemand iets heeft en niets is- wel bedoelende dwaas
Pak je bed op en sta glimlachend op uit je mistroostigheid
Geef mij uw haat en doe zoals de liefhebbende heidenen doen
Overseer Ouverture
Kleuren heb ik niet donker of licht, rood, wit of blauw
Koud is mijn aanraking (bevriezing)
Bij naam geroepen – ik ben de opziener over jullie
Bevel gekregen om te waken over ons ellendig gebied
Uit de gratie gevallen, opgeroepen om zon of regen te brengen
Af en toe groeide er koren uit mijn toezicht.
Viel met mijn engelen van een veel betere plaats
Diensten aanbiedend voor het redden van het gezicht
Nu je hier bent, kun je net zo goed bewonderen
Alles wat leeft heeft zich teruggetrokken uit de goedaardige verzoening
Legendes werden geboren rond mysterieuze lichten
Gezien in de lucht (knipperend)
Ik heb net een peuk aangestoken en ben toen in een oogwenk weggegaan
Gepassioneerd spel rond de meiboom in dans
(primitieve rite) (ten onrechte)
Bij naam geroepen – ik ben de opziener over u
Vlucht van Lucifer
Vlucht van de ijzige Lucifer
Oh hij is een vreselijke kerel!
Wat een vergissing!
Ik heb geen veer van zijn kussen genomen.
Hier is de eeuwige wrijving: ik ben goed noch slecht
Ik zou mijn aureool opgeven voor een hoorn en de hoorn voor de hoed die ik ooit had
Ik adem alleen maar
Er zit leven op mijn plafond
De vliegen daar slapen rustig
Draai mijn rechterarm in het donker. Ik zou er twee of drie geven voor
een van die dagen die nooit indruk hebben gemaakt op de oude score
Ik zou graag een hond zijn die tegen de verkeerde boom blaft
Iedereen is gered we zijn in het graf
Ik zie je daar voor de middagthee
Tijd om wakker te worden, de theedame is bezig
Een brouwsel en het bakken van nieuw brood
Pick me up at half past none
Er is geen moment te verliezen
Daar is de trein waarmee ik kwam
Op het perron staan mijn oude schoenen
De stationschef luidt zijn bel
Fluiten blazen en vlaggen wapperen
Een beetje van wat je leuk vindt doet je goed.
Ik dank iedereen dat ze me welkom heten
Ik zou wel willen blijven maar mijn vleugels zijn net uitgevallen
10.08 To Paddington=
Instrumentaal deel
Magus Perdé
Gegroet. Zoon der koningen maak het eeuwig stervende teken
Kruis je vingers in de lucht
Voor hen die op het punt staan te ZIJN
Daar ben ik wachtend langs het zand
Spreek je zoete spreuk uit over het land en de zee
Magus Perdé, neem je hand van de ketting
Laat een wens los om de regen te stillen, de storm die op het punt staat te ZIJN
Hier ben ik (reiziger in het leven)
Taai zijn de zolen die de rand van het mes betreden
Breek de cirkel, strek de lijn, roep de duivel aan
Breng de goden, het vuur van de goden zelf
In het conflict zwelgen
De passagiers op de veerboot, wachtend om geboren te worden
Vernieuw de belofte van het lange lied van het leven, stijg op naar de reveille hoorn
Dieren staan in de rij voor de poort die aan de oever staat.
Ademen het altijd brandende vuur dat de eeuwige deur bewaakt
Man – zoon van de mens – koop de vlam van het eeuwige leven
(De jouwe om te ademen en de pijn van het leven te ademen): levend ZIJN!
Hier ben ik. Rol de steen weg
Van de duisternis naar de eeuwige dag
Epiloog
Er was een stormloop langs de Fulham Road
Naar het eeuwige medelijden