Songteksten Vertalen

Zoek vertaling

Artiest:

joni mitchell

Songtekst:

the gift of the magic

Je bekijkt nu de songtekst en vertaling: joni mitchell – the gift of the magic ? Hieronder vindt je de songtekst met vertaling naast elkaar weergegeven!

Benieuwd naar het liedje en de betekenis van the gift of the magic? Bekijk de Nederlandse vertaling.

Op onze website vindt je veel meer songteksten met vertalingen van joni mitchell!

Bekijk ons archief en ontdek welke songteksten & vertalingen van joni mitchell te vinden zijn!

Origineel

I remember Monday rising up to pack his lunch. We kissed goodbye saying. What a foolish girl was I. Saying, what a fool was she. Near the store where I go shopping. On display there was a golden watch chain. All that week it had me stopping. What a fool was she.. Almost Christmas, we were so poor. Where there was will. There were ways. I was sure. In the paper written plain. I saw an ad, I caught a train. And sold my hair to buy the chain. What a fool was she. (and he says:). I remember Monday rising with her hair. reflected in my eyes. It caught the sun a million times. What a fool was he. In a window near the office was a comb. of pearls and beads and tortoise. Oh, the devil’d come to court us. What a fool was he. Almost Christmas, we were so poor. Where there was will. There were ways. I was sure. In the pawnshop coming home. I stopped inquiring for a loan. And sold the watch to buy the comb. What a fool was he. Christmas came up cold and glum. There were no visions of sugar plums. There were no joyous carols sung. Oh, what fools were they. He sat glaring at her bob. As she lay weeping by a chain and fob. And sadly burned the yule log. And wise men lost their way. Wisemen lose their way. Merry Christmas Day.

Vertaling

Ik herinner me dat maandag opstond om zijn lunch te pakken. We kusten elkaar vaarwel en zeiden. Wat een dwaas meisje was ik. Zeggen, wat een dwaas was zij. Vlakbij de winkel waar ik boodschappen doe. lag er een gouden horlogeketting. De hele week liet het me stilstaan. Wat een dwaas was zij… Bijna kerstmis, we waren zo arm. Waar een wil was. waren er wegen. Ik was er zeker van. In de krant gewoon geschreven. Ik zag een advertentie, ik nam een trein. En verkocht mijn haar om de ketting te kopen. Wat een dwaas was zij. en hij zegt:. Ik herinner me maandag opstaan met haar haar. weerspiegeld in mijn ogen. Het ving de zon een miljoen keer. Wat een dwaas was hij. In een raam bij het kantoor hing een kam met parels, kralen en schildpadden. Oh, de duivel was gekomen om ons het hof te maken. Wat een dwaas was hij. Bijna kerstmis, we waren zo arm. Waar een wil was. waren er wegen. Ik was er zeker van. In het pandjeshuis op weg naar huis. Ik stopte met het vragen om een lening. En verkocht het horloge om de kam te kopen. Wat een dwaas was hij. Kerstmis werd koud en somber. Er waren geen visioenen van suikerpruimen. Er werden geen vrolijke kerstliedjes gezongen. O, wat een dwazen waren dat. Hij zat naar haar te staren. Terwijl ze lag te huilen bij een ketting en een haak. En verdrietig verbrandde de kerstboom. En wijze mannen verloren hun weg. Wijzen zijn de weg kwijt. Vrolijk kerstfeest.