Origineel
O recanto onde moro é uma linda passarela. O carijó canta cedo, bem pertinho da janela. Eu levanto quando bate o sininho da capela. E lá vou eu pro roçado, tenho Deus de sentinela. Têm dia que meu almoço, é um pão com mortadela. Mais lá no meu ranchinho a mulher e os filhinhos. Tem franguinho na panela. Eu tenho um burrinho preto bão de arado e bão de sela. Pro leitinho das crianças, a vaquinha Cinderela. Galinhada no terreiro papagaio tagarela. Eu ando de qualquer jeito, de butina ou de chinela. Na roça se a fome aperta, vou apertando a fivela. Mais lá no meu ranchinho a mulher e os filhinhos. Tem franguinho na panela. Quando eu fico sem serviço a tristeza me atropela. Eu pego um bico pra fora, deixo cedo a corruptela. Eu levo meu viradinho é um fundinho de tigela. É só farinha com ovo, mas é da gema bem amarela. É esse o meu almoço, que desce seco na goela. Mais lá no meu ranchinho a mulher e os filhinhos. Tem franguinho na panela. Minha mulher é um doce e diz que sou o doce dela. Ela faz tudo pra mim, tudo o que eu faço é pra ela. Não vestimo lã nem linho é no algodão e na flanela. É assim a nossa vida, que levamos na cautela. Se eu morrer Deus dá um jeito, pois a vida é muito. bela. Não vai faltar no ranchinho pra mulher e os filhinhos. Um franguinho na panela.
Vertaling
Het hoekje waar ik woon is een mooie loopbrug. De carijó zingt vroeg, heel dicht bij het raam. Ik sta op als de kleine kapelbel gaat. En ik ga naar de velden, met God als mijn schildwacht. Sommige dagen is mijn lunch brood met mortadella. Maar op mijn kleine ranch, mijn vrouw en kinderen. Er zit kip in de pot. Ik heb een kleine zwarte ezel, een goede ploeg en een goed zadel. Voor de kindermelk, de kleine koe Assepoester. Kip in de tuin, kwetterende papegaai. Ik loop hoe dan ook, in een butina of op een slipper. Op de boerderij, als ik honger krijg, trek ik de gesp aan. Maar terug op mijn kleine ranch, de vrouw en kinderen. Er zit kip in de pot. Als ik zonder werk zit, overvalt het verdriet me. Ik neem een snavel mee naar buiten, ik verlaat vroeg de corruptela. Ik neem mijn viradinho is een kleine kom. Het is alleen bloem en ei, maar de dooier is erg geel. Dat is mijn lunch, die droog in de keel naar beneden gaat. Daar zijn mijn vrouw en kinderen op mijn ranch. Er zit kip in de pot. Mijn vrouw is lief en ze zegt dat ik haar lief ben. Ze doet alles voor mij, alles wat ik voor haar doe. We dragen geen wol of linnen, we dragen katoen en flanel. Dat is hoe ons leven is, dat we voorzichtig zijn. Als ik sterf, zal God een manier vinden, want het leven is heel mooi. Er zal genoeg zijn op de ranch voor mijn vrouw en kinderen. Een beetje kip in de pot.