Origineel
I dreamed of a city called Glory,
So bright and so fair.
When I entered the gates I cried, “Holy”
The angels all met me there:
They carried me from mansion to mansion,
And oh the sights I saw,
But I said, “I want to see Jesus,
The One who died for all.”
[Chorus]
Then I bowed on my knees and cried,
“Holy, Holy, Holy.”
I clapped my hands and sang, “Glory,
Glory to the Son of God.”
I bowed on my knees and cried,
“Holy, Holy, Holy.”
Then I clapped my hands and sang, “Glory,
Glory to the Son of God.”
As I entered the gates of that city,
My loved ones all knew me well.
They took me down the streets of Heaven;
Such scenes were too many to tell;
I saw Abraham, Jacob and Isaac
Talked with Mark, and Timothy
But I said, “I want to see Jesus,
‘Cause He’s the One who died for me.”
[Chorus]
Then I bowed on my knees and cried,
“Holy, Holy, Holy.”
I clapped my hands and sang, “Glory,
Glory, Glory.”
I clapped my hands and sang, “Glory”
I clapped my hands and sang, “Glory”
I clapped my hands and sang, “Glory”
“Glory to the Son of God”
I sang, “Glory to the Son of God.”
Vertaling
Ik droomde van een stad genaamd Glory,
Zo helder en zo mooi.
Toen ik de poorten binnenging riep ik, “Heilig”
De engelen kwamen me daar tegemoet:
Ze droegen me van herenhuis naar herenhuis,
En oh de bezienswaardigheden die ik zag,
Maar ik zei: “Ik wil Jezus zien,
Degene die stierf voor iedereen.”
[refrein]
Toen boog ik op mijn knieën en riep,
“Heilig, Heilig, Heilig.”
Ik klapte in mijn handen en zong, “Glorie,
Eer aan de Zoon van God.”
Ik boog op mijn knieën en riep,
“Heilig, Heilig, Heilig.”
Toen klapte ik in mijn handen en zong, “Glorie,
Glorie aan de Zoon van God.
Toen ik de poorten van die stad binnenging,
kenden al mijn geliefden me goed.
Ze namen me mee door de straten van de Hemel;
Zulke scènes waren te veel om te vertellen;
Ik zag Abraham, Jacob en Isaac
Sprak met Marcus, en Timoteus
Maar ik zei, “Ik wil Jezus zien,
Want Hij is degene die voor mij gestorven is.”
[refrein]
Toen boog ik op mijn knieën en riep,
“Heilig, Heilig, Heilig.”
Ik klapte in mijn handen en zong, “Glorie,
Glorie, Glorie, Glorie.”
ik klapte in mijn handen en zong, “Glorie”
Ik klapte in mijn handen en zong, “Glorie”
Ik klapte in mijn handen en zong, “Glorie”
“Glorie aan de Zoon van God”
Ik zong, “Glorie aan de Zoon van God.”