Origineel
Não sei negar esmola. A quem implora a caridade. Me compadeço sempre de quem tem necessidade. Embora algum dia eu receba ingratidão. Não deixarei de socorrer a quem pedir o pão. Eu nunca soube evitar de praticar o bem. Porque eu posso precisar também. . Sei que a maior herança que eu tenho na vida. É meu coração, amigo dos aflitos. Sei que não perco nada em pensar assim. Porque amanhã não sei o que será de mim…
Vertaling
Ik weet niet hoe ik aalmoezen moet weigeren. Aan hen die om liefdadigheid smeken. Ik heb altijd medelijden met degenen in nood. Hoewel ik op een dag ondankbaarheid zal ontvangen. Ik zal niet ophouden hen te helpen die om brood vragen. Ik heb nooit geweten hoe ik niet goed kon doen Omdat ik het misschien ook nodig heb… Ik weet dat de grootste erfenis die ik in het leven heb Is mijn hart, vriend van de bedroefden. Ik weet dat ik niets verlies door zo te denken. Want morgen weet ik niet wat er van mij zal zijn…