Origineel
Sugar Sugar Sugar. That man is bad. The road he drives you down. O sugar its a drag. That road it twists. That road is crossed. Its down that road. A lot of little girls go lost. Sugar Sugar Sugar. Keep on driving on. Until the City of right. Becomes the City of wrong. That stretch is long. You’ll sleep and slide. That stretch will find you. Gagged and tied. The hunter lies. In a lowly ditch. His eyes they sting. And his fingers twitch. You’ll be his queen for the night. But the morning you’ll wake. With the Lords and high ladies. Of the bottom of the lake. Sugar sugar sugar. That man is wild. And sugar, you know. That you’re merely a child. He will laugh. And hang your sheets to see. The tokens of your virginity. Sugar sugar sugar. Honey you’re so sweet. And beside you baby. Nothing can complete. Sugar sugar sugar. Honey your so sweet. But beside you baby. A bad man sleeps. You better pray baby. Pray baby, pray baby. You better pray. You better pray, baby. Pray, baby, pray baby. You better pray baby. Sugar sugar sugar. That man is bad. And that’s the bottom baby. Coming right up ahead. You can smell his fear. You can smell his love. As he wipes his mouth. On your altar cloth. Sugar sugar sugar. Try to understand. I’m an angel of God. I’m your guardian. He smells you innocence. And like a dog he comes. And like all the dogs he is. I shut him down. Sugar sugar sugar. I can’t explain. Must I kill that cocksucker. Everyday. You better pray baby, pray baby, pray baby. You better pray your daddy he ain’t far away. You better pray baby pray baby pray baby. You better pray your daddy’s come to take you away. You better pray baby, pray baby, pray baby. You better pray o tender prey baby tender prey.
Vertaling
Suiker. Suiker. Suiker. Die man is slecht. De weg die hij je aflegt. O suiker het is een sleur. Die weg kronkelt. Die weg is gekruist. Het is op die weg. Een hoop kleine meisjes gaan verloren. Suiker, suiker, suiker. Blijf doorrijden. Tot de stad van goed. De stad van de verkeerde wordt. Dat stuk is lang. Je zult slapen en glijden. Dat stuk zal je vinden. Gekneveld en vastgebonden. De jager ligt. In een lage greppel. Zijn ogen prikken. En zijn vingers trillen. Jij zult zijn koningin zijn voor de nacht. Maar de ochtend zul je ontwaken. Met de Lords en hoge dames. Van de bodem van het meer. Suiker, suiker, suiker. Die man is wild. En suiker, je weet. Dat je maar een kind bent. Hij zal lachen. En je lakens ophangen om te zien. De tekenen van je maagdelijkheid. Suiker, suiker, suiker. Liefje, je bent zo zoet. En naast jou baby. Niets kan compleet zijn. Suiker, suiker, suiker. Honing je bent zo zoet. Maar naast jou, schatje. Slaapt een slechte man. Je kunt beter bidden, schatje. Bid baby, bid baby. Je kunt beter bidden. Je kunt beter bidden, baby. Bid, baby, bid baby. Je kunt beter bidden baby. Suiker, suiker, suiker. Die man is slecht. En dat is de bodem baby. Komt recht naar voren. Je kan zijn angst ruiken. Je kan zijn liefde ruiken. Terwijl hij zijn mond afveegt. Aan je altaar kleed. Suiker, suiker, suiker. Probeer te begrijpen. Ik ben een engel van God. Ik ben je beschermer. Hij ruikt je onschuld. En als een hond komt hij. En zoals alle honden is hij. Ik sluit hem op. Suiker, suiker, suiker. Ik kan het niet uitleggen. Moet ik die klootzak vermoorden. Elke dag. Je kunt beter bidden schatje, bidden schatje, bidden schatje. Je kunt beter bidden dat je vader niet ver weg is. Je kunt beter bidden baby bidden baby bidden baby. Je kunt beter bidden dat je vader je komt halen. Je kunt beter bidden baby, bidden baby, bidden baby. Je kunt beter bidden o tedere prooi baby tedere prooi.