Origineel
From the depths of slumber
As I ascend the spiral stairways of wakefulness
I will whisper:
God! God! God!
Thou art the food, and when I break my fast
Of nightly separation from Thee
I will taste Thee, and mentally say:
God! God! God!
No matter where I go, the spotlight of my mind
Will ever keep turning on Thee;
And in the battle din of activity, my silent war-cry will be:
God! God! God!
When boisterous storms of trials shriek
And when worries howl at me
I will drown their noises, loudly chanting:
God! God! God!
When my mind weaves dreams
With threads of memories
Then on that magic cloth will I emboss:
God! God! God!
Every night, in time of deepest sleep
My peace dreams and calls, Joy! Joy! Joy!
And my joy comes singing evermore:
God! God! God!
In waking, eating, working, dreaming, sleeping
Serving, meditating, chanting, divinely loving
My soul will constantly hum, unheard by any:
God! God! God!
Vertaling
Vanuit de diepten van sluimering
Als ik de wenteltrap van waakzaamheid opga
zal ik fluisteren:
God. God! God!
Gij zijt het voedsel, en wanneer ik mijn vasten verbreek
van de nachtelijke scheiding van U
zal ik U proeven, en mentaal zeggen:
God! God! God!
Het maakt niet uit waar ik heen ga, de schijnwerper van mijn geest
zal altijd op U gericht blijven;
En in het lawaai van de strijd, zal mijn stille strijdkreet zijn:
God! God! God!
Wanneer onstuimige stormen van beproevingen gieren
En wanneer zorgen naar me huilen
zal ik hun lawaai overstemmen, luidkeels zingend:
God! God! God!
Wanneer mijn geest dromen weeft
met draden van herinneringen
Dan zal ik op dat magische doek graveren:
God! God! God!
Elke nacht, in de tijd van mijn diepste slaap
Mijn vrede droomt en roept, Vreugde! Vreugde! Vreugde.
En mijn vreugde komt zingen eeuwig:
God! God! God!
In waken, eten, werken, dromen, slapen
Dienend, mediterend, zingend, goddelijk liefhebbend
Mijn ziel zal constant neuriƫn, ongehoord door iedereen:
God! God! God!