Origineel
A noite estava assim enluarada. Quando a voz já bem cansada. Eu ouvi de um trovador. Nos versas que vibravam de harmonia. Ele em lágrimas dizia. Da saudade de um amor. Falava de um beijo apaixonado. De um amor desesperado. Que tão cedo teve fim. E desses gritos de tormento. Eu guardei no pensamento. Uma estrofe que era assim:. Lua…. Vinha perto a madrugada. Quando em ânsias minha amada. Nos meus braços desmaiou. E o beijo do pecado. O teu véu estrelejado. A luzir glorificou. Lua…. Hoje eu vivo sem carinho. Ao relento, tão sozinho. Na esperança mais atroz. De que cantando em noite linda. Essa ingrata volte ainda. Escutando a minha voz. A estrofe derradeira, merencória. Revelava toda a história. De um amor que se perdeu. E a lua que rondava a natureza. Solidária com a tristeza. Entre as nuvens se escondeu. Cantor, que assim falas à lua. Minha história é igual à tua. Meu amor também fugiu. Disse eu em ais convulsos. E ele então, entre soluços. Toda a estrofe repetiu
Vertaling
De nacht was zo maanverlicht. Als de stem al goed vermoeid is. Ik hoorde het van een minstreel. In verzen die vibreerden van harmonie. Hij in tranen zei. Van het verlangen van een liefde. Hij had het over een passionele kus. Van een wanhopige liefde. Dat zo snel tot een einde kwam. En van die kreten van kwelling. Ik hield in mijn gedachten. Een strofe die als volgt ging:. Moon…. De dageraad naderde. Toen in angst mijn geliefde In mijn armen flauwgevallen. En de kus van de zonde. Uw sterrenhemel. Tot licht verheerlijkt. Moon…. Vandaag leef ik zonder genegenheid. Buiten in de open lucht, zo alleen. In de meest afschuwelijke hoop. Dat zingen op een mooie avond. Die ondankbare komt nog terug. Luisteren naar mijn stem. De laatste strofe, merenchorious. Het hele verhaal onthuld Van een liefde die verloren was. En de maan die door de natuur sluipt. In solidariteit met het verdriet. Tussen de wolken verborg het zich. Singer, dat je zo tegen de maan spreekt. Mijn verhaal is net als het jouwe. Mijn liefde is ook gevlucht. Ik zei met een stuiptrekking van sissen. En dan hij, tussen het snikken door. De hele strofe herhaald