Origineel
My predicament is simply this. Youre an enigma even when you kiss. You wont tell me what or when or how. What do you want from me? just tell me now. Say it to me. Say it to me. Tell me want you from me. I could give you all you need. (tell me something). I’ll tell you what you mean to me. Tell you how it feels for me. (tell me something). A deeper feeling not a distant smile. You’re like a drug. A dream that lasts all night. An unknown territory to explore. Is there something that youre longing for?. Say it to me. Say it to me. Tell me want you from me. I could give you all you need. (tell me something). I’ll tell you what you mean to me. Tell you how it feels for me. (tell me something). What do you want?. What do you need?. Your distant smile wont tell me when or how. What do you want from me? just tell me now. Say it, say it, say it. Say it to me. Say it, say it, say it. Say it to me. Tell me want you from me. I could give you all you need. (tell me something). I’ll tell you what you mean to me. Tell you how it feels for me. (tell me something). Youre an enigma even when you kiss
Vertaling
Mijn hachelijke situatie is gewoon dit. Je bent een raadsel, zelfs als je kust. Je wilt me niet vertellen wat, wanneer of hoe. Wat wil je van me? Zeg het me nu. Zeg het tegen me. Zeg het me. Zeg me wat je van me wilt. Ik zou je alles kunnen geven wat je nodig hebt. (vertel me iets). Ik zal je zeggen wat je voor me betekent. Zeg je hoe het voor mij voelt. (vertel me iets). Een dieper gevoel niet een verre glimlach. Je bent als een drug. Een droom die de hele nacht duurt. Een onbekend terrein om te verkennen. Is er iets waar je naar verlangt? Zeg het tegen me. Zeg het me. Zeg me wat je van me wilt. Ik zou je alles kunnen geven wat je nodig hebt. (zeg me iets). Ik zal je zeggen wat je voor me betekent. Zeg je hoe het voor mij voelt. (vertel me iets). Wat wil je? Wat heb je nodig? Je afstandelijke glimlach zal me niet vertellen wanneer of hoe. Wat wil je van me? Zeg het me nu. Zeg het, zeg het, zeg het. Zeg het tegen me. Zeg het, zeg het, zeg het. Zeg het tegen mij. Zeg me wat je van me wil. Ik zou je alles kunnen geven wat je nodig hebt. (zeg me iets). Ik zal je zeggen wat je voor me betekent. Zeg je hoe het voor mij voelt. (vertel me iets). Je bent een raadsel, zelfs als je kust