Origineel
John Henry was about three days old,
Sittin’ on his papa’s knee.
He picked up a hammer and a little piece of steel;
Said, “Hammer’s gonna be the death of me, Lord, Lord.
Hammer’s gonna be the death of me.”
The captain said to John Henry
“Gonna bring that steam drill ‘round.
Gonna bring that steam drill out on the job.
Gonna whop that steel on down. Down,
Down.
Whop that steel on down.”
John Henry told his captain,
“A man ain’t nothin’ but a man,
But before I let your steam drill beat me
Down,
I’d die with a hammer in my hand. Lord,
Lord.
I’d dies with a hammer in my hand.”
John Henry said to his shaker,
“Shaker, why don’t you sing?
I’m throwin’ thirty pounds from my hips on
Down.
Just listen to that cold steel ring. Lord, Lord.
Listen to that cold steel ring.”
The man that invented the stream drill
Thought he was mighty fine,
But John Henry made fifteen feet;
The steam drill only made nine. Lord, Lord.
The steam drill only made nine.
John Henry hammered in the mountain
His hammer was striking fire.
But he worked so hard, he broke his poor
Heart.
He laid down his hammer and he died. Lord,
Lord.
He laid down his hammer and he died.
John Henry had a little woman.
Her name was Polly Ann.
John Henry took sick and went to his bed.
Polly Ann drove steel like a man. Lord,
Lord.
Polly Ann drove steel like a man.
John Henry had a little baby.
You could hold him in the palm of your
Hand.
The last words I heard that poor boy say,
“My daddy was steel-driving man. Lord,
Lord.
My daddy was a steel-driving.”
Well, every Monday morning
When the bluebirds begin to sing.
You can hear John Henry a mile or more.
You can hear John Henry’s hammer ring.
Lord, Lord.
You can hear John Henry’s hammer ring.
Vertaling
John Henry was ongeveer drie dagen oud,
Zittend op zijn vaders knie.
Hij pakte een hamer en een klein stuk staal;
Zei, “Hamer wordt mijn dood, Heer, Heer.
Hamer wordt mijn dood.”
De kapitein zei tegen John Henry
“Ik breng de stoomboor in de buurt.
Ik ga die stoomboor op het werk gebruiken.
Ik ga dat staal naar beneden slaan. Omlaag,
Omlaag.
Sla dat staal naar beneden.”
John Henry zei tegen zijn kapitein,
“Een man is niets anders dan een man,
Maar voordat ik me laat slaan door je stoomboor
Neer,
zou ik sterven met een hamer in mijn hand. Heer,
Heer.
Ik zou sterven met een hamer in mijn hand.”
John Henry zei tegen zijn shaker,
“Shaker, waarom zing je niet?
Ik gooi dertig pond van mijn heupen op
Down.
Luister maar naar dat koude stalen geluid. Heer, Heer.
Luister naar die koude stalen ring.”
De man die de beekboor heeft uitgevonden
dacht dat hij machtig goed was,
Maar John Henry haalde vijftien voet;
De stoomboor maakte er maar negen. Heer, Heer.
De stoomboor maakte er maar negen.
John Henry hamerde in de berg
Zijn hamer sloeg op vuur.
Maar hij werkte zo hard, dat hij zijn arme
Hart.
Hij legde zijn hamer neer en stierf. Heer,
Heer.
Hij legde zijn hamer neer en stierf.
John Henry had een kleine vrouw.
Haar naam was Polly Ann.
John Henry werd ziek en ging naar zijn bed.
Polly Ann dreef staal als een man. Heer,
Heer.
Polly Ann reed met staal als een man.
John Henry kreeg een kleine baby.
Je kon hem in de palm van je
hand houden.
De laatste woorden die ik die arme jongen hoorde zeggen,
“Mijn vader was een man die met staal reed. Heer,
Heer.
Mijn vader was een staalrijder.”
Nou, elke maandagmorgen
Als de blauwvogels beginnen te zingen.
Kun je John Henry een mijl of meer horen.
Je kunt John Henry’s hamer horen rinkelen.
Heer, Heer.
Je kunt John Henry’s hamer horen rinkelen.