Origineel
Je sais moi des sorciers qui invoquent les jets
Dans la jungle de Nouvelle-Guinée
Ils scrutent le zénith convoitant les guinées
Que leur rapporterait le pillage du fret
Sur la mer de corail au passage de cet
Appareil ces créatures non dénuées
De raison ces papous attendent des nuées
L’avarie du Viscount et celle du Comet
Et comme leur totem n’a jamais pu abattre
A leurs pieds ni Boeing ni même D.C. quatre
Ils rêvent de hijacks et d’accidents d’oiseaux
Ces naufrageurs naïfs armés de sarbacanes
Qui sacrifient ainsi au culte du cargo
En soufflant vers l’azur et les aéroplanes
Où es-tu Melody et ton corps disloqué
Hante-t-il l’archipel que peuplent les sirènes
Ou bien accrochés au cargo dont la sirène
D’alarme s’est tue, es-tu restée
Au hasard des courants as-tu déjà touché
Ces lumineux coraux des côtes guinéennes
Où s’agitent en vain ces sorciers indigènes
Qui espèrent encore des avions brisés
N’ayant plus rien à perdre ni Dieu en qui croire
Afin qu’ils me rendent mes amours dérisoires
Moi, comme eux, j’ai prié les cargos de la nuit
Et je garde cette espérance d’un désastre
Aérien qui me raménerait Melody
Mineure détournée de l’attraction des astres
“Tu t’appelles comment?
– Melody
– Melody comment?
– Melody Nelson.”
Vertaling
Ik ken mij van de tovenaars die de jets oproepen
In de jungle van Nieuw Guinea
Ze scannen het zenit begerig naar de guineas
Dat ze zouden krijgen van het plunderen van de lading
Op de koraalzee zoals deze
Deze wezens, niet verstoken van verstand
Van reden wachten deze Papoea’s op de wolken
De schade van de Burggraaf en de Komeet
En als hun totem nooit kon neerhalen
Aan hun voeten noch Boeing noch zelfs D.C. vier
Ze dromen van kapingen en vogelongelukken
Deze naïeve schipbreukelingen gewapend met blaaspijpen
Die zichzelf opofferen aan de cultus van vracht
blazend naar de hemel en de vliegtuigen
Waar ben je Melody en heeft je ontwrichte lichaam
Spookt het rond in de archipel bewoond door zeemeerminnen
Of klamp je je vast aan het vrachtschip waarvan de sirene
Van alarm is gezwegen, bent u gebleven
In de willekeurige stromingen heb je ooit aangeraakt
Deze lichtgevende koralen van de Guineese kust
Waar deze inheemse tovenaars zich tevergeefs roeren
Die nog steeds hopen op gebroken vliegtuigen
Met niets meer te verliezen en geen God om in te geloven
Zodat ze me mijn bespottelijke liefdes terug kunnen geven
Ik, zoals zij, heb gebeden tot de vrachtschepen van de nacht
En ik hou deze hoop op een ramp
En ik weet niet zeker wat ik er aan moet doen.
Minor afgeleid van de aantrekkingskracht van de sterren
“Wat is je naam?
– Melody
– Melody wat?
– Melody Nelson.”