Origineel
As I roved out on a May morning
On a May morning right early
I met my love upon the way
Oh, Lord but she was early
[Chorus]
And she sang lilt-a-doodle, lilt-a-doodle, lilt-a-doodle-dee,-
And she hi-di-lan-di-dee, and she hi-di-lan-di-dee and she lan- day
Her boots were black and her stockings white
And her buckles shone like silver
She had a dark and a rolling eye
And her ear-rings tipped her shoulder
[Chorus]
“What age are you my bonny wee lass
What age are you my honey?”
Right modestly she answered me
“I’ll be seventeen on Sunday”
[Chorus]
“Where do you live my bonny wee lass
Where do you live my honey?”
“In a wee house up on the top of the hill
And I live there with my mammy”
[Chorus]
“If I went to the house on the top of the hill
When the moon was shining clearly
Would you arise and let me in
And your mammy not to hear you?”
[Chorus]
I went to the house on the top of the hill
When the moon was shining clearly
She arose to let me in
But her mammy chanced to hear her
[Chorus]
She caught her by the hair of the head
And down to the room she brought her
And with the butt of a hazel twig
She was the well-beat daughter
[Chorus]
“Will you marry me now my soldier lad
Will you marry me now or never?
Will you marry me now my soldier lad
For you see I’m done forever”
[Chorus]
“I can’t marry you my bonny wee lass
I can’t marry you my honey
For I have got a wife at home
And how could I disown her?”
[Chorus]
A pint at night is my delight
And a gallon in the morning
The old women are my heart break
But the young ones is my darling
[Chorus]
Vertaling
Toen ik uitzwierf op een meimorgen
Op een vroege meimorgen
ontmoette ik mijn liefde op de weg
Oh, Lord but she was early
[refrein]
And she sang lilt-a-doodle, lilt-a-doodle, lilt-a-doodle-dee,-
And she hi-di-lan-di-dee, and she hi-di-lan-di-dee and she lan- day
Haar laarzen waren zwart en haar kousen wit
En haar gespen blonken als zilver
Ze had een donker en een rollend oog
En haar oorbellen trokken over haar schouder
[refrein]
“Hoe oud ben jij, mijn mooie kleine meid
Hoe oud ben jij, mijn liefje?”
Bescheiden antwoordde ze me
“Zondag word ik zeventien”
[refrein]
“Waar woon je, mijn mooie meid
Waar woon je mijn liefje?”
“In een huisje op de top van de heuvel
En ik woon daar met mijn mama”
[refrein]
“Als ik naar het huis op de top van de heuvel ging
Als de maan helder scheen
Zou je opstaan en me binnenlaten
En je moeder je niet horen?”
[refrein]
Ik ging naar het huis op de top van de heuvel
Toen de maan helder scheen
Ze stond op om me binnen te laten
Maar haar moeder hoorde haar toevallig
[refrein]
Ze greep haar bij de haren van haar hoofd
En bracht haar naar de kamer
En met de kolf van een hazelaar twijg
Ze was de welgeslaagde dochter
[refrein]
“Wil je nu met me trouwen mijn soldaatje
Wil je nu met me trouwen of nooit?
Wil je nu met me trouwen, soldaatje
Want je ziet dat ik voor altijd klaar ben”
[Chorus]
“Ik kan niet met je trouwen mijn mooie kleine meid
Ik kan niet met je trouwen, mijn liefje
Want ik heb een vrouw thuis
En hoe kan ik haar verstoten?”
[Chorus]
Een pint ’s nachts is mijn genot
En een gallon in de ochtend
De oude vrouwen breken mijn hart
Maar de jonge is mijn lieveling
[Chorus]