Songteksten Vertalen

Zoek vertaling

Artiest:

ze mulato cassiano

Songtekst:

carreiro sebastião

Je bekijkt nu de songtekst en vertaling: ze mulato cassiano – carreiro sebastião ? Hieronder vindt je de songtekst met vertaling naast elkaar weergegeven!

Benieuwd naar het liedje en de betekenis van carreiro sebastião? Bekijk de Nederlandse vertaling.

Op onze website vindt je veel meer songteksten met vertalingen van ze mulato cassiano!

Bekijk ons archief en ontdek welke songteksten & vertalingen van ze mulato cassiano te vinden zijn!

Origineel

O meu nome é Sebastião Rodrigues de Carvalho. Fui carreiro e com saudade lembro o tempo de trabalho. Hoje eu moro na cidade, mas nem de casa eu saio. Chego a sonhar com meu carro cortando pelos atalhos. Quatorze bois todos mouros desde a guia ao cabeçalho. Nome da minha boiada até hoje estou lembrado. Redondo e Marechal, Craveiro e Desejado. Jagunço e Violento, Estrangeiro e Numerado. Retaco e o Barão, bois baixos e reforçados. O Maneiro e o Rochedo, doze bois aparelhados. Na junta do cabeçalho, Ouro Preto e Coração. José Martins de Azevedo, o nome do meu patrão. Na fazenda São Luiz onde eu morei um tempão. Cortava aquele cerrado lotadinho de algodão. Dava um dueto doído o gemido dos cocão. Hoje eu moro na cidade, mas não posso acostumar. Em outubro faz dois anos que eu deixei de carrear. Às vezes estou sozinho e começo a lembrar. Parece que estou escutando o meu carro a cantar. Eu nasci pra ser carreiro, não nego meu naturar. (Pedro Paulo Mariano – Santa Maria da Serra-SP)

Vertaling

Mijn naam is Sebastião Rodrigues de Carvalho. Ik was een carreiro en met weemoed denk ik terug aan de tijd van werken. Vandaag woon ik in de stad, maar ik kom het huis niet eens uit. Ik droom er zelfs van dat mijn auto de binnenwegen afsnijdt. Veertien ossen, allemaal Moors, van de gids tot de kop. De naam van mijn kudde onthoud ik tot op de dag van vandaag. Round en Marechal, Craveiro en Desejado. Jagunço en Gewelddadig, Vreemdeling en Genummerd. Retaco en Barão, lage en versterkte ossen. O Maneiro en Rochedo, twaalf uitgeruste ossen. In de kop, Ouro Preto en Coração. José Martins de Azevedo, de naam van mijn baas. Op de São Luiz boerderij, waar ik een lange tijd woonde. Hij sneed die cerrado vol met katoen. Het gekreun van de kokosnoten was een pijnlijk duet. Vandaag woon ik in de stad, maar ik kan er niet aan wennen. In oktober is het twee jaar geleden dat ik gestopt ben met opfokken. Soms ben ik alleen en begin ik me te herinneren. Het lijkt erop dat ik mijn auto hoor zingen. Ik ben geboren om een carreiro te zijn, ik ontken mijn natuur niet. (Pedro Paulo Mariano – Santa Maria da Serra-SP)